Patan: city of gold, city of artists, city of all


7 km of anderhalf uur wandelen, dat is het enige wat er nodig was om al wat in een andere wereld te komen. Welkom in Patan, 
naast Kathmandu en Bakthapur de 3e koningsstad in de Kathmandu-vallei. Properder, rustiger, mooier. Ok, eerlijk is eerlijk: rochelen en spuwen op straat hoort er nog steeds bij, maar toch... Onze definitie van "proper" heeft zich de voorbije week in sneltempo aangepast, dus bij deze kunnen we stellen dat Patan vrij proper is. 

Hoe dat komt? Naast een betere burgemeester (wat onze host ons wist te vertellen) wonen er in Patan ook echte kunstenaars. Vlechtwerken, hout carvings... Zij zijn hierin het meest geschoold in de hele vallei. Dat maakt dat hun tempels op Durbar Square om te beginnen steviger gebouwd waren maar ook dat de kennis en goesting om alles na de aardbeving te herstellen, groot was. De glorie die van die tempels uitgaat, straalt af op de hele stad. We waren dan ook blij verrast om na een plakkerige wandeling uit te komen bij een stralende gouden tempel, een prachtige groene tuin verscholen achter de muren van het koninklijk paleis en allerlei pagodes versierd met heel gedetailleerde uitsnijdingen in hout. 

Een moment van rust in deze drukke stad. Dat deed eigenlijk meer deugd dan verwacht. Eens even zitten, de mensen wat bekijken, geen uitlaatgassen inademend (dat laatste beginnen we te voelen, je voelt letterlijk je longblaasjes vernauwen). Wanneer we al pauzerend een stukje fruit boven halen, weet een groep jongetjes ons te vinden. Of zij dat fruit niet mogen opeten? En als we dan toch bezig zijn, of we voor hen geen momos willen kopen? Dat fruit krijgen ze, voor de momos passen we. Voor we het weten is het fruit op (schil en klokhuis incluis) en halen ze hun beste Engels boven om een praatje met ons te slaan. 

Properder, rustiger en mooier, maar ook hier is de armoede helaas niet veraf. Alleen lijken de minder gegoede mensen hier niet langs de rand van de samenleving te staan, ze zijn er gewoon deel van. Niet bedelend langs de rand maar gewoon naast ons op een bankje, een praatje slaand. Niet alleen wij doen dat (al moet ik toegeven een beetje bang te worden wanneer er zo'n 10 jongetjes naar ons komen), ook de lokale bevolking maakt vrolijk een praatje. Of dat denken we toch, aan de breed glimlachende gezichten te zien - want ook nog maar een woord verstaan is veel te moeilijk voor ons. 

Stellen dat geld hier onbelangrijk is, zou een leugen zijn. Maar ze lijken hier een betere balans te vinden: geld is belangrijk tot op zekere hoogte, maar de mensen zijn belangrijker. Of zoals ze het zelf zeggen: een goed hart, daar draait het om. Hebben we 6904km moeten reizen om dat te beseffen? Uiteraard niet, maar hier lijkt het meer op de voorgrond te komen. Is het omdat iedereen hier met elkaar praat? Omdat ze vaak glimlachen? Omdat we zelf minder hebben en daardoor meer ruimte hebben om stil te staan bij de dingen die er echt toe doen? Omwille van de spirituele sfeer die hier hangt? Geen idee, maar deugd doet het wel - net zoals die rust waarvan we even mochten proeven. En wat ook deugd zal doen, is de frisse berglucht de komende weken. Zowel voor ons hoofd als onze longen ;) 

Liefs,

Jolien & Brecht 

Populaire posts van deze blog

Wanneer het leven weer aan snelheid wint

Bloed, zweet en tranen op +6000m

Santa Cruz, ons laatste Boliviaanse halte!